Omtrent de ‘verliefdheden’ van de man.
De klootzak, een paardebloem.
Beschouw je lichaam als een neurale samenstand van hersens, zenuwstelsel en huid, een geheel waar geur/smaak, licht, geluid, tast naast herinnering, voorkeur, angsten, passies, aanleg en andere gewaarwordingen tot een momentaan besef leiden. En probeer dan om je daar voor even van los te maken en er van een afstand naar te kijken. Je bespiedt jezelf dan alsof je naar vogels of wildlife kijkt en je verlaat voor even je vertrouwde “seat of sensation”. Maak je dan ook voor eventjes los van dat zelfrechtvaardigende in je, van die zelfcompassie, die neiging om alles om je heen zodanig te schikken dat jij als het konijn uit de hoed komt. Pragmatiek en opportunisme gelden daarbij als normaal om niet te zeggen als noodzakelijk. Dat is allemaal evenzeer kennistheoretisch onverantwoord als menselijk en kenmerkend voor de condition humain zoals die al millennia onveranderd is. Wat bedoelt dat wezen, ik, in mijn geval een man, als hij zegt verliefd te zijn ? Ik doe een poging om dat onder woorden te brengen. Liefde is al gauw de grote gelijkmaker in spirituele, religieuze, amoureuze en familiaire situaties en er schijnt heel veel van te zijn, maar wat blijft er van mannelijke liefde over als we het tegen het licht houden ? Hoe vrouwen dit beleven laat ik buiten beschouwing omdat die toch een wat andere grondhouding lijken te hebben ook al zijn er overeenkomsten.
Onderaan de buik van de man vlak voor zijn anus bungelt het scrotum, de kloot-zak. Daarbinnen staan zo’n veertig miljoen zaadcellen als kortebaanlopers in de startblokken om ieder voor zich bij de eerstvolgende lozing de beoogde baarmoeder als eerste zo diep mogelijk binnen te dringen. Liefst direct into het eitje. In volle vaart als uit een tube weggeperst, afgeschoten door een krachtige gladde spier, de prostaat, schiet de kwak de penis uit. Voorwaarts in een nietsontziende wedijver. Deze houding, dat felle, altijd strakke gereedstaande zie ik veel terug in het gedrag van mannen. De man in dienst en naar analogie van zijn zaad. Ellenbogenwerk (waar op Nijenrode talloze eufemismen voor worden bijgebracht) tot iedere prijs altijd en overal. Tiger Woods is niet de enige geweest die Het even in een bezemkast deed. Een paar minuten tijd is ruim voldoende. Er zijn wel kinderen verwekt in een lift al denk ik dat die dan toch even op ‘hold’ is gezet. In die sleutel staat het mannenlijf met een welhaast autonome wil en het vraagt nogal wat geestkracht om daar af en toe van los te komen. Ik masturbeerde in mijn jonge jaren wel alvorens naar het cafe te gaan om zo even van die drang te zijn verlost. Eventjes niet doordrenkt te zijn van dat ene dat vanuit de klootzak mijn gehele huid deed hunkeren. Het celibaat is dan ook een enormiteit afkomstig van de tekentafel. Een onwaarachtige, draconische, kansloze beproeving, want dan slaan dromen en ander onbewusts toe. De excessen zijn dan ook niet van de lucht in kerken en kloosters maar evengoed op boerderijen, in het onderwijs, de scouting, de kantoren, de sportwereld etc. Je maintiendrai ?, niks daarvan: ik zal spuiten: Et erit imbre, of zo iets.
De woerd, de stier, het stokstaartje in de man.
Over de man is niet zinvol te spreken zonder die grondslag te beseffen. Het is nu eind maart en kijk eens in en rond de sloten en de meren hoe die woerden obsessief achter vrouwtjeseenden aan zitten. Dat is hard werken en ik was ook wel eens jaloers op rammen die voorzien van buikstempel bij een weide vol ooien werden gezet, mijn hemel…..het zal je gebeuren. De man staat onafgebroken in de ‘sleutel’ van de voortplanting, van die ejaculeerzucht en ook zijn houding in het gehele bestaan is in die richting gevormd, vervormd zo je wilt. En, God lof, er zijn veel uitzonderingen, maar juist de leiders, de ambitieuzen hebben doorgaans weer die blauwdruk van de kloot-zak. Nietsontziende wedijver zie ik ook terug in onze huidige gefinancialiseerde economie, waar blinde drift van de topdogs de maatgevende modus operandi is. Een pathologische hang naar groei, aanzien, winst en winnen. Nu de meeste samenlevingen, zo niet allemaal, patriarchaal gevormd zijn (nog maar sinds 60 jaar behoudt de huwende vrouw haar handelingsbekwaamheid) is die blauwdruk in alle geledingen terug te vinden. Ook ons staatsbestel met wetten en bureaucratie is, evenals de meeste religies ‘mancentrisch’ tot stand gekomen, al kan het binnen de voordeur van de woningen daarvan nogal afwijken en gelukkig maar. Maar daarbuiten gaan Archie Bunker, boer Koekoek en Casanova hand in hand. Als laatstgenoemde het over liefde had, was dat synoniem voor lustig. Die betekenis gold in die tijd in ruime kring. Zoals van de vrouw wordt gezegd dat zij jarenlang slaaf is van de baarmoeder zo wordt de man aangestuurd en gevormd vanuit zijn zak, zijn kloot-zak. De Homo Scrotumi.
“Mannen willen sterven, vrouwen willen overleven”
Wedijver is de taal van de klootzak, van alles of niks. Worstelen, boven komen of, en dan liefst episch, ten onder gaan. Het zoeken, inbeelden, ontwikkelen en institutionaliseren van tegenstanders, van verschillen in standpunt, gangs, firma’s, warriors, valkuilen met onderin bamboepunten, bermbommen, snipers, soldatenvlees. De uitroeiers van al wat anders is, de scheppers, bedenkers van scapegoats, van schuld, zij die zoeken naar iets om te haten, iets om zichzelf aan te verwonden om dan naar de ander te kunnen wijzen. Scheppers van schuld. Zij die liever een wereldbrand stichten dan hun standpunt of zo iets mals als hun eer prijs geven. Roedeldieren, vaandeldragers verbeten op zoek naar gevoel van urgentie, essentie. Zij die niet wensen te zien dat vrede alles waard is omdat oorlog alles en meer vernietigt. Oorlogen die niet voortkomen uit baarmoeders maar rechtstreeks stammen vanuit de klootzak waar ferventie de boventoon voert. Een race op leven en dood. De baarmoeder in of het vrouwenlijf uitzakkend verdrietig opdrogend in een slip, een laken, het hooi, wat een sneu lot. Propaganda bedient zich ook van zulk simplisme dat hier wordt geduid; vlaggen, strijdbaarheid, demonisering, niks nuance, nee, romantiseren, reduceren, exclusie en doorpakken, voorwaarts ! Het werkt allemaal veel gemakkelijker dan coalitiepolitiek, de kunst van het mogelijke die langs de tijdrovende, inefficiënte, kleurloze, includerende, bureaucratische weg voert en waarin iedereen op zijn best in gelijke mate ontevreden raakt. Zolang burgers maar hun bestaan in vrede en veiligheid kunnen voeren, is dan het belangrijkste al gewonnen, maar dit besef is niet wijdverbreid. Feminimiteit geldt daar als suspect, inefficiënt en onvoldoende renderend: “met wijven win je geen oorlogen” of ” een wijf en een kip, is niks op een schip”. Mannen willen het vertellen en schitteren. Luisteren is links en voor doetjes. Zoiets.
De baarmoeder wil vrede, voortgang, heel blijven, heel worden, vrede tot iedere prijs desnoods, een houding die zoveel beter past bij wat ik elders als grondslag voor de openbare ruimte beschrijf, neutraliteit, opschorten van wie je bent, van wie je denkt te moeten zijn. Identiteit is immers niet slechts een gegeven maar evengoed een keuze, zoals door mode, make-up, religie, lidmaatschappen of politiek. Schort die standpunten even op omwille van de lieve vrede, wacht met selfexposure tot je thuis bent, achter de voordeur of in je club. Heer en meester zijn doe je maar thuis en als dat daar niet kan, trek je je maar terug in je dromen. Speel desnoods computergames. Ik zie maar weinig vrouwen met plezier op knetterende Harleys of in auto’s met sportuitlaat rijden, trekkertrekken, offshoreracen.
En oké, ik beken, als ik een vrouw zie, zie ik een lichaam en ik ben soms zelfs geneigd ze hun uiterlijke tekortkomingen aan te rekenen. Walgelijk zoals ik dan redeneer. Wie heeft mij zo gemaakt ? Ben ik aansprakelijk voor het ontwerp van mijzelf ? Ben ik aansprakelijk voor hetgeen ik droom ? Kan ik niet wat meer vermonnikken, mij met hoogdravender zaken bezig houden ? Het heeft een tijd geduurd alvorens ik deze oppervlakkige eenzijdigheid, deze eenvoud wist te erkennen maar er is geen ontkomen aan en ik ben bepaald niet alleen. Vrouwen lijken daar wat intelligenter mee om te gaan. Voor hen is het lichaam van de man niet zonder belang maar zijn karakter of hoe dat ook heet telt veel meer mee. Zij zullen het te verwekken schepseltje dan ook lange tijd om zich heen hebben en dan doet het karakter er toe. Mannen komen op mij dommer, dierlijker, voorspelbaarder, repetitiever over en ze zijn veel gemakkelijker te verleiden. Hun blauwdruk is van een schokkende eenvoud. Paardebloemen gelijk laten ze liefst hun zaad zo maar kwistig waaien. N’importe waar het terecht komt.
Die obsessie, die masculiene spuitzucht, doet het goed in vakantieliefde die te kort is om aan verveling of dagelijksheid toe te komen, maar in relaties om mij heen en in mijn eigen leven was die drift niet te verenigen met langdurige monogame omgang met een vrouw. Mijn lichaam tuurde al te vaak “over de rand van de zandbak” en ging er soms bijna van door als een uitbrekend dier. Waar ik elders beweer dat het lichaam eigen “opvattingen” heeft en zelfs geheugen, heb ik gemerkt dat die autonomie ertoe kan leiden dat het de regie wil overnemen. De wereld heeft hier intussen massa’s Metoo-momentjes aan te danken, maar verontschuldigbaar wordt dat nooit. In de beeldende kunst is het vrouwenlijf ook buitenproportioneel veel aanwezig zodat ik niet de enige lijk met die tik. Gitaristen praten over hun instrument in de vrouwelijke vorm en booteigenaren doen dat vaak met hun schip. Alles wat de man ook maar een beetje beroert, wordt op slag als vrouwelijk ervaren.
Die boude, ongeremde kant van mannelijke sexualiteit komt ook zo onversneden naar voren op gayparades waar de hyperexpliciete lustigheid van de mannelijke deelnemers het meest in het oog springt en ook in donkere kamers worden voornamelijk mannen aangetroffen. Zo meen ik. Ik ril van die parades en die kamers maar ik gun ieder zijn feestje.
Er verandert nauwelijks iets.
En al duizenden jaren draait het leven van de mens om wat ik maar even “vreten en neuken“ noem. En als er tijd overschiet, is er hang naar vermaak, verstrooiing, kunst, cultuur, sociaal gedrag. Daarin zie ik geen verandering. De alom levende gedachte in turbulente en urgente tijden van grote veranderingen te leven is eerder een uiting van de behoefte aan urgentie dan van een scherpe kijk op het menselijk bestaan.De komst van de computer wordt wel als een schok in de ontwikkeling van de mens gezien maar zolang de grondslag van onze existentie blijft wat hij al zo lang is, vormt die computer weinig meer dan een variant op gereedschap waar de slimmere dieren zich nu eenmaal van bedienen. Niks nieuws. Niks verheffends ook.
Het ontstaan van geschreven taal als verfijnde toepassing van geluid bracht meer efficientie maar voerde ook verder weg van een momentaan leven en bracht geen nieuw fundament voor de menselijke existentie, kortom vormen “vreten en neuken” nog altijd de spil van het bestaan, van onze neuraliteit, het eindbesef van ons sensorium/ personalicum en dat het meest expliciet bij ons mannetjes.
Slot.
Verliefd zijn. Vervuld zijn van een ander, die ene ander. Het infiltreert je even diep als een ziekte en geen moeite is te veel, als je haar maar kunt zien. Als je maar samen bent en je in haar ‘spell’ mag verkeren. Die oogopslag, die geur, alles is perfect. Maar mannelijke liefde, verliefdheid is vluchtig en primair verbonden met de bedoeling van de klootzak: spuiten ! En zodra de “periscoop” zich op een ander richt, is de liefde over, althans is opeens een ander in beeld. Mannelijke liefde is in beginsel anoniem en tijdelijk en verschilt in dat opzicht van vrouwelijke liefdegevoelens die veel trouwhartiger, duurzamer zijn. Vrouwen zijn verregaand uitwisselbaar. Relaties en sex zijn bij de man los verkrijgbaar. Hij is verliefd op de vrouw, niet op een vrouw. In beginsel.
Mannelijk gevoel loopt nu eenmaal via het scrotum en het lichaam hanteert eigen prioriteiten. Dat maakt de man in de ogen van velen wat obsceen. Het maakt hem tot een overzichtelijk en eenvoudig te bespelen instrument. De verontwaardiging die dit oproept stamt uit een gebied dat moraal heet en waarvandaan ook porno zo hartgrondig wordt verketterd. Ik zie echter weinig anders dan een gezond mens gehoor geven aan gezonde prikkels en zoals vaak met moraal bestaat dat ethisch moeras slechts bij gratie van de mist die daar heerst. Hier voert “whistling in the dark” de boventoon. Geloof dat al gauw geloven-als-een-kind is, vormt als geheime wetenschap afkomstig uit koffiedik, glazen bollen, wichelroedes het zwarte gat in menselijk kennen. Let it be.
Het moet geen pretje zijn om als vrouw over straat te lopen en altijd overal die zieke zoekende blikken van mannen te ontmoeten. Najoelende en fluitende stratenmakers zijn dan nog een toonbeeld van openheid vergeleken bij de chefjes en de gluurders die veel vrouwen telkens om zich heen weten. Ik vind het dan ook niet verwonderlijk dat de boerka tot ontwikkeling is gekomen. De toepassing daarvan is wat mij betreft een begrijpelijke reactie op tomeloze masculiene gulzigheid, klootzakkengedrag. Een tent om in te schuilen voor de Homo Scrotumi. Als voor een onweer.
Zierikzee, voorjaar 2018